Lagen en maskers in Photoshop

De kracht van Adobe Photoshop is dat het met lagen en maskers kan werken, zowel in Photoshop Elements als in Photoshop CC. Het werkt in beide programma’s vrijwel hetzelfde. Maar wat zijn lagen en maskers nou eigenlijk?

Photoshop kent drie soorten lagen

  • pixel gerelateerde lagen
  • aanpassingslagen
  • opvullagen

Pixel gerelateerde lagen

Bij een pixel gerelateerde laag is de informatie opgeslagen in de afzonderlijke pixels. Wanneer hier een bewerking op toegepast wordt is dit destructief. Dat wil zeggen dat de oude pixelinformatie vervangen wordt voor nieuwe pixelinformatie. De oude informatie is niet meer terug te halen (dat kan alleen nog met de functie ongedaan maken).

Photoshop beschikt over deelvensters en in het deelvenster ‘lagen’ kun je bepalen wat er met de verschillende lagen gebeurt. Wanneer een foto in Photoshop geopend wordt bestaat deze uit één laag: de ‘achtergrond laag’. Deze laag is beschermd tegen een aantal bewerkingen. Je kunt deze bescherming opheffen door de laag een andere naam te geven. Mijn advies is: niet doen.

Veel fotografen maken een kopie van deze laag. Het bestand bestaat nu uit 2 keer dezelfde foto. De bestandsgrootte verdubbelt omdat de foto twee keer in het bestand aanwezig is. Een laag wordt actief wanneer hier op geklikt wordt en dit is de laag waar de bewerking op toegepast wordt. Op de bovenste laag kan een bewerking als bv. retoucheren gedaan worden terwijl er met de laag daaronder niets gebeurt. Het origineel blijft altijd in het bestand aanwezig. Is de bewerking niet goed gelukt of niet meer van belang dan kan de bewerkte laag verwijderd worden. Maak een nieuwe laagkopie voor een nieuwe poging.

Er kan ook een transparante laag gemaakt worden. Deze laag heeft nog geen pixelinformatie dus ook geen invloed op de bestandsgrootte. Er kan nieuwe beeldinformatie aan een transparante laag toegevoegd worden. Je kunt pixel gerelateerde lagen vergelijken met een stapel glasplaten. De achtergrondlaag is een glasplaat die helemaal dekkend beschilderd is met verf. Wanneer hier een transparante laag op ligt is de achtergrond volledig zichtbaar: je kijkt door de glasplaat heen. Wordt er dekkende verf op een deel van de glasplaat gesmeerd, dan is de achtergrondlaag op die plek niet meer zichtbaar, deze wordt afgedekt door de verf.

Omdat een transparante laag nog geen pixelinformatie heeft, wordt er geen informatie vervangen maar toegevoegd. Het aantal pixel gerelateerde lagen is oneindig en de volgorde kun je verslepen. Die volgorde is belangrijk. Wanneer een volledig dekkende laag de bovenste laag is, hebben de lagen daaronder geen zin. Door de dekkende laag verf zijn de glasplaten daaronder niet zichtbaar.

Transparantie wordt in Photoshop aangegeven middels een schaakbordpatroon. De foto die je in Photoshop ziet is het eindresultaat, ‘What you see is what you get’. Met uitzondering van het schaakbord patroon, dat krijg je in het eindresultaat natuurlijk niet te zien.

Aanpassingslagen

Een aanpassingslaag past de bestaande informatie aan. De aanpassingslaag bestaat niet uit pixels. Je kunt het zien als een wiskundige formule die de informatie op alle ondergelegen pixel gerelateerde lagen opnieuw berekent. Het is non destructief. De pixelinformatie in de pixel gerelateerde laag verandert niet, maar in het eindresultaat nemen de pixels een andere verschijningsvorm aan. Dit gebeurt volgens de berekening van de formule in de aanpassingslaag.

Met de aanpassingslaag ‘niveaus’ wordt de helderheid of de kleur van de pixels aangepast, door de schuifjes te verplaatsen. Ben je niet tevreden dan kun je de schuifjes een nieuwe positie geven. Dit kan te allen tijde, ook wanneer er nieuwe bewerkingen toegevoegd worden of het bestand opnieuw geopend wordt.

Een aanpassingslaag is non destructief en kan dus altijd opnieuw aangepast worden. Dit heeft absoluut de voorkeur. Op pixel gerelateerde lagen voer je enkel bewerkingen uit die niet op een aanpassingslaag gedaan kunnen worden.

Een aanpassingslaag beïnvloedt alle pixel gerelateerde lagen die er onder liggen. Wordt een gedeeltelijk transparante pixel gerelateerde laag boven een aanpassingslaag geplaatst, dan heeft de aanpassingslaag geen effect op de pixel gerelateerde laag daarboven. Een aanpassingslaag kan gekoppeld worden aan een pixel gerelateerde laag en beïnvloedt dan enkel de informatie in die bewuste laag.

Opvullagen

Een opvullaag lijkt op een pixel gerelateerde laag maar werkt als een aanpassingslaag. Het verschil tussen een opvullaag en een aanpassingslaag is dat een opvullaag geen informatie verandert maar toevoegt. Een opvullaag werkt precies hetzelfde als een aanpassingslaag, is non destructief en kan altijd weer aangepast worden.

Het slimobject

Om mij onbekende redenen kunnen sommige bewerkingen, als schaduw/hooglichten en filters niet als aanpassingslaag of opvullaag gedaan worden. Het moet dus op een pixel gerelateerde laag gedaan worden en deze is destructief. Photoshop heeft een soort omweg gevonden waarbij de pixel gerelateerde laag toch een non destructief karakter krijgt. De pixel gerelateerde laag kan omgezet worden in een slimobject. De bewerkingen die op een slimobject gedaan worden zijn non destructief en kunnen te allen tijde aangepast worden. Het is een soort van alternatieve aanpassingslaag. Een bewerking als retoucheren die normaal gesproken op een pixel gerelateerde laag gedaan wordt, is op een slimobject niet meer mogelijk. Vraag mij niet waarom deze ingewikkelde constructie nodig is. Neem maar gewoon aan dat het niet anders kan.

Maskers op aanpassingslagen

Een masker is onderdeel van een laag zoals een aanpassingslaag. Het masker maskeert de bewerking (houdt deze tegen). Photoshop kent vele manieren om te selecteren. De selectie is zichtbaar in de vorm van ‘marching ants’. Deze stippellijntjes doen nog niets met de foto, het is een tijdelijk zichtbaar tekeningetje. Wordt er een nieuwe aanpassingslaag gemaakt met een zichtbare selectie, dan wordt de selectie omgezet in een laagmasker. Dit masker is te zien in de aanpassingslaag. Daar waar het masker zwart is wordt de bewerking van die bewuste aanpassingslaag tegengehouden. Waar het masker wit is wordt de bewerking doorgelaten. De selectie is opgeslagen in het masker. Wanneer er met maskers gewerkt wordt zijn de volgende drie sneltoetsen van belang:

  • Alt-klik op het masker en het masker wordt zichtbaar in de foto. Alt-klik opnieuw om de foto weer te zien.
  • Shift-klik op het masker en het masker heeft geen functie. Shift-klik opnieuw om het masker weer toe te passen.
  • Ctrl-klik op het masker en het masker wordt zichtbaar in de vorm van marching ants. Ga naar selecteren - deselecteren om de marching ants weer te verwijderen.

Wanneer er op het masker zelf geklikt wordt is het masker actief. In dat geval wordt het masker en niet de foto bewerkt. Met een zwarte voorgrondkleur en het gereedschap penseel kan over de foto geschilderd worden. Maar omdat het masker actief is wordt er niet met zwarte verf op de foto geschilderd maar op het masker. Het masker wordt aangepast, het wordt op andere plekken zwart en ook daar wordt de bewerking tegen gehouden. Op dezelfde manier kan er ook met een witte voorgrondkleur in het masker geschilderd worden en wordt de bewerking op die plekken doorgelaten. Op deze manier kun je het masker uitbreiden of inkrimpen. Wanneer de dekking van het penseel op 50% staat wordt er met grijs geschilderd en wordt de bewerking op die plek voor 50% tegengehouden.

Belangrijk: De bewerking van de aanpassingslaag bepaalt wat er gebeurt, het masker bepaalt waar het gebeurt. Een aanpassingslaag heeft standaard een wit masker. De bewerking wordt overal doorgelaten. Met een zwart penseel kan het masker gedeeltelijk zwart geschilderd worden en wordt de bewerking op die plaats tegen gehouden. Iedere laag kan maar één masker bevatten. Een selectie in de vorm van marching ants kan ook als masker in een bestaande aanpassingslaag geplaatst worden. Hiervoor moet het aanwezige masker eerst verwijderd worden.

Maskers op pixel gerelateerde lagen

Maskers kunnen ook aan pixel gerelateerde lagen toegevoegd worden. Waar het masker zwart is worden de pixels in het eindresultaat transparant. Is het masker 50% grijs dan worden de pixels voor 50% transparant. Het masker is ook hier non destructief en kan altijd weer aangepast worden. Een pixel gerelateerde laag heeft in tegenstelling tot een aanpassingslaag standaard geen masker. Ik weet niet waarom dat zo is. Om in het masker van een pixel gerelateerde laag te kunnen schilderen moet er eerst een masker toegevoegd worden. Verder werkt het precies als in een aanpassingslaag.

En als de foto klaar is?

Een foto is nooit klaar. Ik kan er voor kiezen om de foto in een later stadium zwart-wit te maken of ik wil de foto voor een andere toepassing anders bewerken. Het kan wel, maar ik voeg de lagen daarom nooit samen. Alleen wanneer ik de foto naar iemand verstuur voeg ik de lagen samen, ik wil niet dat iemand anders in mijn bewerking gaat zitten knoeien.

Wanneer de foto als TIF of PSD opgeslagen wordt blijven de lagen intact en kunnen ze de volgende keer weer aangepast worden. Wordt de foto opgeslagen als JPEG dan worden de lagen automatisch samengevoegd. De foto blijft hetzelfde maar de lagen zijn verdwenen en kunnen niet meer aangepast worden.

Dit artikel legt niet uit hoe je met lagen en maskers werkt, maar het maakt duidelijk wat je er mee kunt doen. Wil je weten hoe je er mee kunt werken, dan kun je aanmelden voor de cursus ‘Photoshop mijn workflow’ van ‘Oog in het zeil’ . Tijdens deze online cursus van acht lessen gaan we eindeloos in op het werken met lagen en maskers.

Veel succes met het werken in lagen en maskers in Adobe Photoshop.